marína tsvetájeva

“*Zonder strijd kan een mens niet bestaan.

  • En mijn buik groeit nog altijd aan: Tot de knie, als bij een tsarenrat.
  • En bij mij - tot de grond zowat.*” (uit: De Ontvoering, vierde hoofdstuk)

Marína Ivánovna Tsvetájeva (1892 - 1941) was een Russisch schrijfster en maar vooral dichteres. Ze vluchtte in 1922 naar het buitenland en vestigde zich in 1925 in Parijs. Heimwee en eenzaamheid brachten haar ertoe om in 1939 terug te keren naar de Sovjet-Unie. Marina maakte in 1941 een einde aan haar leven.

Waarom? Marina schreef een van de mooiste boeken die ik heb gelezen (Herinneringen en portretten).

Papier (selectie, vertaald) Herinneringen en portretten (vertaling Charles B. Timmer). Arbeiderspers, Amsterdam,1981. Brief aan de amazone (vertaling door Gertrude Starink, red. Sylvia Bodnar). Vrouw Holle, Utrecht,1982. Kwartet: Osip Mandelstam, Anna Achmatova, Marina Tsvetajeva en Boris Pasternak (vertaling Charles B. Timmer). De Arbeiderspers, Amsterdam,1982. Het uur van de ziel (vertaling en nawoord van Petra Couvée en Jan Timmers). Plantage - Gerards & Schreurs, Leiden, 1990. Jouw tedere mond, een en al kus (vertaling Toos van Aken et al.) Prometheus, Amsterdam,1992. Negen brieven met een achtergehouden tiende en een ontvangen elfde (vertaling en nawoord Jan Robert Braat). Uitgeverij Pegasus, Amsterdam,1992. Wat zijn mij wolken nog en wegen (vertaling Margriet Berg, Marko Fondse, Anne Stoffel en Marja Wiebes). Van Oorschot, Amsterdam,1995. Levend over levend (voor- en nawoord: Irina Grivnina ; vertaling: Anne Stoffel). De Bezige Bij, Amsterdam,1996. Nieuwjaarsgroet (vertaling Jattie Enklaar-Lagendijk). Arethusa Pers, Baarn, 1998. Werken (vertaling Margriet Berg, Marko Fondse, Anne Stoffel en Marja Wiebes, red. Tom Eekman). Van Oorschot, Amsterdam,1999. Ik loop over de sterren: schetsen, dagboekfragmenten en brieven over de Russische Revolutie (samenstelling Irina Grivnina ; vertaling Anne Stoffel). De Bezige Bij, Amsterdam, 2000.