sacha met pasen:

draait in kringetjes en kringetjes draaien in Sacha by Sacha Geevers on Saturday, 23 April 2011 at 10:22

we zijn niet klein zij zijn alleen erg groot en vol sigarenrook


Vijf jaar geleden woonde ik een maand of vier in Spanje. Ik had het in mijn hoofd gehaald om een roman te schrijven en ik dacht in afzondering beter te kunnen werken. Via via huurde ik een huisje in een dorp even buiten Valencia.

Het werk aan mijn ‘boek’ vlotte niet erg, ik begon er aan, wist (en weet) ook min of meer waar ik naar toe wilde (en wil), maar ik slaagde er niet in om een begin te schrijven dat langer dan twee dagen stand hield. Ik verlegde mijn aandacht steeds meer naar buiten, maakte lange wandelingen en raakte bevriend met mijn buren. De eerste twee maanden ging ik na de koffie nog wel aan het werk, daarna bleef ik langer in het café zitten en sprak met de mannen die daar dagelijks kwamen of ging ik op stap. Het was midden april, de dagen waren aangenaam warm.

Op een van mijn wandelingen zag ik, op ongeveer een uur buiten het dorp, vier mannen graven aan de rand van de weg. Ze groeven voorzichtig, alsof ze bang waren om iets te beschadigen. Hun behoedzaamheid maakte me nieuwsgierig en ik sprak ze aan. Ze vertelden me dat ze zochten naar de resten van vijf mannen die tijdens de burgeroorlog op deze plek waren geëxecuteerd.

Van de Spaanse burgeroorlog wist ik weinig, ja, de obligate feitjes, 1936-1939, Franco tegen de republikeinen, dat soort zaken. Uit wat de gravers vertelden, maar ook door wat ik er later over heb gelezen, begreep ik dat Valencia drie jaar lang de hoofdstad van republikeins Spanje is geweest en dat er in deze streek hevig is gevochten. De vijf mannen, die door de falangisten waren terechtgesteld, waren republikeinen, afkomstig uit het dorp waar ik woonde.

Het verbaasde me dat ze zo precies wisten waar ze zoeken moesten. Ze vertelden me dat een oude pater, die destijds door de falangisten uit het nabijgelegen klooster was gehaald en was gevraagd om de mannen de absolutie te geven, de plaats had aangewezen, bijna zeventig jaar na de moordpartij. De oude man had lang gezwegen maar hij wilde zijn geheim niet meenemen in zijn graf. “Van absolutie wilden de vijf anarchisten trouwens niets weten”, zei een van de gravers grinnikend.

De volgende dagen probeerde ik in het café de mannen die me inmiddels vertrouwd waren uit te horen over de geschiedenis van het dorp. Feliu zei me, terwijl hij zijn hand op mijn schouder legde, “Meisje, we praten daar niet over”. De andere mannen zwegen.

Een paar weken later werden de vijf doden herbegraven op het dorpskerkhof. Bijna het hele dorp was aanwezig. Het was een hete dag, de vrouwen in het zwart deden me denken aan kraaien, misplaatst natuurlijk. Het verdriet was tastbaar. Ik was erg onder de indruk.

Een paar dagen na de begrafenis begon Pau te praten. Hij wilde me iets laten zien en vroeg of ik bij hem thuis wilde komen. Die dag en de daaropvolgende dagen voerden we lange gesprekken aan zijn keukentafel. Na Pau volgde Roc, na Roc Feliu. Ze wilden er nooit over praten in het café, in gezelschap hielden ze hun mond.

Na mijn terugkeer in Amsterdam heb ik twee artikelen over het dorp geschreven die beiden zijn gepubliceerd door een tijdschrift waarvoor ik al eerder artikelen had geschreven. De afgelopen jaren ben ik verschillende keren teruggekeerd naar het dorp. Het raakt me hoe hartelijk ik er word ontvangen.

Pau is vorig jaar gestorven, maar ook verder is er veel veranderd in het dorp. Degenen die trots waren toen ik voor het eerst in het dorp kwam, zijn schuw geworden, zij die voorheen bedeesd waren, lijken nu zelfbewuster. Over deze veranderingen wilde ik graag een derde artikel publiceren, het tijdschrift vond echter dat het mooi was geweest. Toen ik K. erover vertelde, stelde ze me voor om het verhaal te komen vertellen in haar vakgroep.

Volgens Jacob, die ik een paar dagen voor mijn presentatie sprak, zijn antropologen vrijwel altijd aardige mensen. Voor wat het waard is, hij weet uit alles iets moois te maken en, bovendien, hij is zelf een antropoloog. De presentatie was een succes en ik ben blij dat ik het gedaan heb. K. was erg complimenteus, ik had het gevoel dat ze opgelucht was dat mijn verhaal goed gevallen was.


Het regende vandaag

Meer Sacha op fakebook